top of page

Inleiding

Deze website is ontworpen naar aanleiding van een bachelorproef aan de Arteveldehogeschool in Gent. Deze proef werd uitgewerkt in het laatste jaar 'Bachelor in de ergotherapie' aan de Campus Kantienberg. Dit eindwerk heeft als opdrachtgever de heer F. Rosseel waar 3 studenten aan meewerken: Jennick De Maeseneer, Joke Leplae en Hanne Vander Beken. Het doel van deze bachelorproef is het nagaan van de therapeutische meerwaarde van  applicaties op een tablet (Android) bij kinderen van 3 tot 8 jaar. Er worden 3 gebieden geëvalueerd m.n. fijnmotorische vaardigheden, rekenvaardigheden en visueel-ruimtelijke vaardigheden. Elke student werkte een eigen toepassingsgebied uit. De fijnmotorische vaardigheden werden tot stand gebracht door Jennick De Maeseneer, de rekenvaardigheden door Joke Leplae en de visueel-ruimtelijke vaardigheden door Hanne Vander Beken. 

 

 

Probleemstelling

De laatste jaren is er een sterke opkomst van technologie: iPad, tablet, smartphone,… . Bijna iedereen maakt hier gebruik van. De samenleving richt zich sterk op de jeugd, met name tieners, en volwassen personen. Ook kinderen maken deel uit van deze doelgroep. Als gevolg hiervan behoort de tablet tot hun leefwereld. De jonge generatie start op een vroege leeftijd met het leren gebruiken van deze technologie. Vaak kunnen zij er beter en efficiënter mee werken dan een volwassen persoon. Kunnen omgaan met deze digitale media wil niet zeggen dat kinderen hierdoor ook een basis krijgen op vlak van schoolse vaardigheden. De rode draad met ergotherapie berust vooral op het zelfstandig worden. Deze zelfstandigheid tracht men als doelstelling te bekomen binnen het ontwikkelingsproces van het jonge kind.

 

De studie die hierin wordt weergegeven, richt zich naar applicaties die de rekenvaardigheden, de visueel-ruimtelijke vaardigheden en de fijnmotorische vaardigheden wil aanspreken bij het gebruik van een tablet. Deze studie zou dan ondersteuning kunnen bieden bij therapeutisch gebruik. Het aanbod aan applicaties is groot, maar er is een tekort aan informatie over de kwaliteit ervan. Hierover is slechts weinig onderzoek gedaan alsook naar het belang van de stimulatie bij de ontwikkeling. Een andere belangrijke doelgroep zijn kinderen met ontwikkelingsproblematieken. Zij worden begeleid en behandeld door therapeuten die deel uitmaken van een multidisciplinair team. Ook al spitst deze bachelorproef zich niet zozeer toe op kinderen met een ontwikkelingsproblematiek, toch moeten de applicaties voor iedereen toegankelijk zijn en kunnen bijdragen tot een optimale groei.

 

Het is ook belangrijk om na te gaan of de applicaties nog in een groeifase zitten en of er een ‘overaanbod’ is zonder dat wij daar weet over hebben. De uitkomst over dit proces zal nog een grote vraag blijven. De meerwaarde van deze bachelorproef ligt dan ook in het vinden van applicaties die een therapeutische ondersteuning bieden. Deze bachelorproef zal hierover een verkennende studie uitvoeren. Er zal worden gekeken naar de therapeutische mogelijkheden op het vlak van de eerder besproken vaardigheden.

 

In deze bachelorproef wordt er onderzocht of applicaties van een Android-tablet steun kunnen bieden bij kinderen van 3 tot 8 jaar onder de toepassingsgebieden 'rekenvaardigheden', 'visueel-ruimtelijke vaardigheden' en 'fijnmotorische' vaardigheden. Deze studie zal aantonen welke applicaties het meest geschikt en meest doeltreffend zijn om te kunnen gebruiken in een ergotherapeutische context.

De meerwaarde hiervan is dat deze kinderen op een interactieve manier hun vaardigheden kunnen bevorderen.

 

Er bestaan reeds verschillende methodes om therapie te geven aan kinderen met een problematiek, maar er kan ook gebruik worden gemaakt van het grote aanbod aan applicaties die tegenwoordig beschikbaar zijn. Het is in de praktijk al meermaals gebleken dat het niet eenvoudig is om een onderscheid te maken tussen goede, therapeutische applicaties en applicaties van minderwaardige kwaliteit.

 

Therapeuten blijven het belangrijk vinden om naast de therapie ontspanningsmogelijkheden aan te bieden die afleiding creëren met als onderliggend doel de vaardigheden verder te laten ontwikkelen (Kiwili, 2013).

 

De vraag blijft dus echter of deze applicaties het therapeutisch gebruik kunnen aantonen rond deze toepassingsgebieden.

De beoordeling van de applicaties

Een vergelijkende studie is nodig voor het opstellen van de criterialijst. Literatuur die betrekking heeft op de kwaliteit van een applicatie werd met elkaar vergeleken. Overeenkomstige items worden behouden zodat enkel de meest voorkomende en meest belangrijke punten in de lijst vermeld staan.

 

Er wordt rekening gehouden met de bewijskracht van de items. De aantrekkelijkheid en de mate van vermaak kan echter niet worden bewezen. De overige items worden bekeken in functie van de toepassingsgebieden omdat deze voor iedereen verschillend zijn.

 

Het selecteren van de applicaties gebeurt op basis van de basis- en doelgroepgerichte criterialijst. Op deze manier blijft het niveau van bewijsvoering hoog en zal de applicatie voldoen aan de vooropgestelde items. Er is voor gezorgd dat elk topic grondig kan worden nagekeken en beargumenteerd.

 

De basisgerichte criterialijst is gevormd uit topics die als vanzelfsprekend kunnen worden beschouwd.

De items zijn zo logisch en duidelijk dat er meteen kan worden gesproken van een minder kwalitatieve applicatie. Indien een applicatie dus niet voldoet aan een richtlijn ervan dan wordt deze meteen geëlimineerd.

 

De items die aan bod komen binnen de basisgerichte criterialijst zijn audio, prestatie en media. Onder ‘audio’ komen aspecten naar voor rond het uitschakelen van het scherm, over het hervatten van een applicatie en dat de applicatie niet over een andere app heen begint te spelen. Dit mag absoluut niet gebeuren omdat dit door de gebruiker als storend kan worden ervaren.

 

Onder ‘prestatie’ valt dat er een voortgangsindicator aanwezig moet zijn wanneer de app langer dan 5 seconden laadt. Het is voor de gebruiker vervelend om niet te weten hoe lang hij/zij moet wachten tot de applicatie volledig geladen is.

 

Als laatste komt ‘media’ aan bod. Dit houdt in dat alles vlot moet worden afgespeeld zonder krakende geluiden. Als de geluidskwaliteit niet in orde is dan kan deze app onprofessioneel overkomen.

 

Binnen de doelgroepgerichte criterialijst gaat het om items zoals ‘navigatie’ waarbij je een standaard terug-knop hebt en waarbij gebruik wordt gemaakt van herkenbare iconen. Dit is eenvoudig en efficiënt in gebruik.

 

Er is ook het onderdeel ‘visueel’. Hierbij beschikt de app over een duidelijk startscherm en is het visueel stimulerend. Voor kinderen is dit visueel aantrekkelijk en zeer overzichtelijk.

 

‘Concentratie’ is een volgend item dat wordt beschreven. De app moet rekening houden met aandacht en concentratie die een kind van die leeftijd kan opbrengen. Als de applicatie immers te lang duurt, kan de aandacht van de gebruiker verzwakken.

 

Een volgend item is de ‘toestemming’. De applicatie vraagt niet om toegangsrechten en gegevens van de gebruiker. Niet iedereen is immers bereid om zijn persoonlijke gegevens vrij te geven.

 

Onder ‘stabiliteit’ wordt verstaan dat de applicatie is bijgewerkt in de laatste 6 tot 10 maanden. Het is belangrijk dat de app up to date blijft zodat kinderziektes op deze manier worden weggewerkt.

 

‘Staat van de applicatie’ houdt in dat alles in exacte staat moet zijn sinds het laatste gebruik. Het is demotiverend voor de gebruiker als je telkens van in het begin opnieuw moet starten.

 

Als voorlaatste item is er het topic ‘informatief’. De applicatie moet de juiste informatie bevatten omdat de gebruiker niet mag worden misleid. Ook mag de applicatie geen storende reclameboodschappen bevatten. Op televisie hebben mensen immers de neiging om te zappen wanneer er reclame is en op een applicatie zou de aandacht niet kunnen worden afgeleid bij de gebruiker.

 

Het laatste item is ‘kindvriendelijkheid’. Zo heb je het gebruik van herhaling omdat dit leuk is voor kinderen. Ook moet er worden gebruik gemaakt van beloning. Voor kinderen is het leuk om beloond te worden voor het resultaat. 

 

Al deze items zijn gekozen in functie van jonge kinderen zodat zij zo weinig mogelijk moeilijkheden ervaren tijdens het gebruik van een applicatie.

 

Bij deze criterialijst zijn de aanwezige topics dus sterk uiteenlopend. Het zal niet evident zijn om de gevonden applicaties aan al deze punten te laten beantwoorden. Om deze reden is er geopteerd om gebruik te maken van categorieën. Deze gaan van zeer goed tot slecht. Een score van 0 tot 9 wijst op een ‘slechte’ app, een score van 10 tot 15 is een ‘onvoldoende’, een  score van 16 tot 18 is ‘voldoende’ (1 ster), een score van 19 tot 21 is ‘goed’ (2 sterren) en een score van 22 tot 25 is ‘zeer goed’ (3 sterren).
 
De applicaties zullen ook worden beoordeeld op hun effectiviteit naargelang het toepassingsgebied. Deze beoordeling zal gebeuren vanuit het klinisch kader, allerlei eindtermen en boeken, waaraan een applicatie moet voldoen om op gelijke hoogte met het niveau van het kind te zitten.

About

bottom of page